'Als je kennis deelt, wordt het meer'
Wat er moet veranderen om onze energievoorziening te verduurzamen, wordt steeds duidelijker. Hoe we deze veranderingen tot stand gaan brengen, is de volgende vraag. Werken in bouwteams is een van de mogelijke antwoorden. Henk Sieben geeft leiding aan onze warmtenetspecialisten en deelt zijn ervaringen.
Vroeger – toen de winters nog koud waren en Nederland er dankzij het Groninger aardgas toch warmpjes bij zat – was alles niet per se beter, maar misschien wel overzichtelijker. Opdrachtgevers wisten hoe het zat en vertelden precies hoe het moest. De aannemer met de laagste prijs, de beste reputatie of de hoogste gunfactor voerde dat uit. Volgens specificaties die vooraf duidelijk waren.
Zo eenvoudig is de werkelijkheid niet meer. Er moet in het kader van de energietransitie heel veel werk verricht worden. Veel van de oplossingen zijn nog zo nieuw dat de kennis niet geconcentreerd bij één partij aanwezig is. Sterker nog, aan de kant van de opdrachtgevers zijn ook veel van de betrokken partijen nieuw. Henk Sieben geeft sinds 1 juni 2019 leiding aan A.Hak West, het bedrijfsonderdeel met een sterke focus op de aanleg van warmtenetten. Aangezien de Nederlandse overheid warmte heeft aangewezen als één van de belangrijkste alternatieven voor energie uit fossiele brandstoffen, opereert zijn team dus direct aan de frontlinie van de energietransitie. Daar waar al die bestaande en nieuwe partijen en hun verschillende belangen samenkomen.
Gebruik onze kennis!
‘In dat speelveld beschikken we als aannemer over een groot reservoir aan technische kennis’, zegt Henk. ‘Wij hebben immers de techneuten in dienst die een enorme hoeveelheid ervaring meebrengen. Een kostbaar bezit in een tijd waarin we constateren dat er sectorbreed juist een enorm tekort is aan techneuten. Daarom zeggen we tegen onze opdrachtgevers: maak gebruik van onze kennis! Gebruik ons als sparringpartner. Laten we manieren vinden om onze expertise beschikbaar te stellen aan de markt. Als wij daarvoor worden beloond terwijl we samen tot betere oplossingen komen, profiteert iedereen daarvan.’
Dat is niet eenvoudig. Het dwingt iedereen om op een andere manier naar de business te kijken. ‘Opdrachtgevers moeten buiten de vertrouwde kaders treden’, vervolgt Sieben. ‘De tijd waarin zij de opzichters in dienst hadden die tot hun pensioen bij hen bleven werken is voorbij. Maar ook wij moeten bereid zijn andere partijen bij ons in de keuken te laten kijken. Daarvoor moeten we oude denkpatronen doorbreken. Durven en willen delen. Je kunt kennis namelijk alleen vermenigvuldigen door te delen.’
Bouwteam ontwerpt
Een manier om handen en voeten te geven aan dit proces is werken in een bouwteam. Zoek je de definitie van bouwteam op dan vind je ongeveer het volgende. “Samenwerking tussen een opdrachtgever, diens adviseurs en een vertegenwoordiger van de uitvoerende discipline. Doel van de samenwerking is het maken van een ontwerp voor de uitvoering van het door de opdrachtgever gewenste project.” Daarbij valt meteen één ding op: een bouwteam bouwt niet, maar maakt een ontwerp.
‘Pas wanneer er een ontwerp is waar je een prijs en een planning aan kunt hangen, kan de stap gezet worden naar het vinden van de juiste uitvoerende partij’, zegt Henk. ‘In de praktijk doet de aannemer die in het bouwteam aan tafel heeft gezeten daarvoor als eerste een aanbieding en komen de partijen er daarmee wel uit. Je hebt echter niet de volledige garantie dat je als deelnemer aan het bouwteam ook echt gaat bouwen.’
Deel ook je belangen!
‘De voordelen van werken in een bouwteam komen vooral voort uit het feit dat de betrokkenen vanaf het begin alle relevante kennis bij elkaar brengen. Maar een bouwteam werkt pas echt als iedereen ook heel duidelijk is over zijn belangen. Wat heb je te bieden en wanneer is het voor jou geslaagd? Als aannemer brengen wij kennis en ervaring in en willen we er een goede beloning aan overhouden. Zo eenvoudig is het. De opdrachtgever wil bijvoorbeeld het slimste ontwerp om een strakke planning te halen of zo min mogelijk overlast voor een groot aantal verschillende stakeholders. Daar kunnen we met elkaar uitkomen wanneer we meteen vanaf het begin duidelijk krijgen wat het doel van het project is, wat we gaan opleveren en hoe we uiteindelijk zullen gaan toetsen of datgene wat wordt opgeleverd voldoet aan de verwachtingen.’
Ketenverlenging
Als werken in een bouwteam een antwoord is op de vraag hoe we het werk gaan aanpakken, dan is er ook nog een antwoord nodig op de vraag hoe ons werk er dan precies uit gaat zien. Met andere woorden, wat is onze rol als aannemer in de keten? ‘Ons deel van de keten moet zowel langer als breder worden’, zegt Henk. ‘Het bouwteam laat dat al zien: we zijn aan de voorkant van het proces betrokken bij het ontwerp, dat is ketenverlenging. Opdrachtgevers vroegen van ons al steeds meer inbreng op het gebied van engineering, maar ontwerp gaat nog een stap verder. Dat gaat niet alleen over het doorrekenen en optimaliseren van een gekozen oplossing, maar over het vinden van de oplossing zelf. Ook aan de achterkant voegen we waarschijnlijk nog een stukje toe aan onze dienstverlening op het gebied van onderhoud en het verhelpen van storingen.’
Ketenverbreding
‘Ik zie ook de noodzaak om te verbreden. Bij het overgrote deel van de warmtenetten die wij nu aanleggen, is restwarmte de warmtebron. Het Klimaatakkoord gaat uit van wijk-voor-wijk verduurzamen en we zullen steeds vaker wijken tegenkomen waar restwarmte minder eenvoudig beschikbaar is, omdat ze niet bij een industriegebied of afvalverwerkingscentrale liggen. We zullen dus ook steeds breder gebruik moeten maken van andere warmtebronnen. Aquathermie bijvoorbeeld, warmte uit drink-, proces- en oppervlaktewater, of aardwarmte, waar A.Hak in het Westland een project mee doet.’
‘Wij willen ook breder inzetbaar worden door nog beter gebruik te maken van de dingen die we al doen. Wij zijn experts op het gebied van isolatie en lekdetectie en kunnen dat beter uitnutten. Door goede isolatie van leidingsystemen verlies je onderweg minder warmte en maak je duurzame energie nog duurzamer. En het belang van het vroegtijdig opsporen van mogelijke lekkages in de gebouwde omgeving hoef ik niet eens uit te leggen.’
Cirkel weer rond
‘Ook de kennis die we opdoen door onderhoudswerk kan nog beter worden benut. Als je onderhoud pleegt en storingen verhelpt, doe je kennis op over de integriteit van de bestaande infrastructuur. Met andere woorden, je weet steeds beter hoe de bestaande leidingen erbij liggen en hoe lang ze nog meekunnen. Hoe meer gegevens je verzamelt en opslaat, hoe meer verbanden je kunt zien.’ Welk deel van het systeem is gevoeliger voor storingen of defecten? Zijn er specifieke omstandigheden waarbij storingen vaker voorkomen? Zijn er verschillen in levensduur tussen verschillende onderdelen? Die gegevens kun je bij volgende projecten aan de voorkant inbrengen, waardoor je in de ontwerpfase al betere keuzes kunt maken. Dan is de cirkel weer rond’, concludeert Sieben.
‘Als zeer ervaren warmtespecialist weten wij misschien niet eens precies over hoeveel kennis we eigenlijk beschikken. Ik zie het als mijn taak om dat concreet te maken en beter te vermarkten. Daarmee doen we iedereen een plezier, inclusief onszelf.’
Structureel kennis delen?
De energiemarkt dynamisch noemen is net zoiets als zeggen dat water best vochtig is. Overheden weten nog maar net waar ze naartoe willen, maar hoe ze daar willen komen is nog lang niet duidelijk.
‘Wij zien werken in bouwteams als één van de antwoorden’, zegt Henk Sieben van A.Hak, 'maar ik denk wel dat deze manier van werken zich nog verder zal ontwikkelen.'
'Bouwteams komen tijdelijk bij elkaar voor een specifiek project. Ik denk dat we in de toekomst manieren moeten vinden om structureel kennis te delen.’ Hoe dat moet, weet Sieben ook nog niet, maar dat het uitdagend is, staat vast. ‘Dat is het nu al’, lacht hij. ‘Zet maar eens een stel techneuten bij elkaar die allemaal niets liever willen dan het probleem oplossen en geef ze als opdracht mee dat ze pas aan het werk mogen wanneer duidelijk is dat alles ook financieel past. Als je niet oppast, krijg je dan heel veel “getting the job done” en erg weinig “getting the job paid”! Uiteindelijk is niemand daarbij gebaat.’