Warmtenet Arnhem-Nijmegen
In de regio’s Nijmegen en Arnhem werken A.Hak-bedrijven in opdracht van Nuon en Alliander aan de aanleg van stadsverwarmingssystemen. De restwarmte van twee grote afvalverbrandingscentrales wordt gebruikt.
Steeds meer Nederlandse steden schakelen over op stadsverwarming. Ze maken daarmee op een slimme manier gebruik van de restwarmte van vuilverbrandingsinstallaties en energiecentrales. Met deze restwarmte wordt water verhit dat via een warmteoverdrachtstation (WOS) wordt afgegeven aan het verwarmingssysteem en vervolgens naar de gebruikers gedistribueerd. Gunstig voor het milieu, want de restwarmte gaat niet verloren en er is minder uitstoot van CO2 en fijnstof.
In Gelderland gaat het om de afvalverbrandingscentrales AVR in Duiven en ARN in Beuningen, vlakbij Nijmegen. De restwarmte die in deze centrales nu nog verloren gaat, zorgt straks voor een duurzame energie- en warmtevoorziening van duizenden bewoners en bedrijven.
Green Capital Award
Voor energiemaatschappijen is het zaak om te zoeken naar locaties waar enerzijds energiebehoefte is en anderzijds gebruikgemaakt kan worden van restwarmte van bestaande centrales. Vooral op die plekken is het rendabel om stadsverwarmingssystemen op te zetten. De gemeenten waar het hier om gaat, spannen zich samen met de provincie Gelderland in om energieverspilling tegen te gaan en het milieu te laten profiteren. In Nijmegen werpen deze inspanningen hun vruchten af. De oudste stad van Nederland was één van de vijf Europese steden die door de Europese Commissie werd genomineerd voor de titel Green Capital Award 2016. De award is bedoeld voor een stad die voorop loopt met milieuvriendelijk beleid. De titel ging uiteindelijk naar het Sloveense Ljubljana, maar Nijmegen heeft zich met de nominatie nadrukkelijk op de kaart gezet als innovatieve, duurzame stad.
Jarenlange ervaring
A.Hak voerde tientallen jaren geleden al stadsverwarmingsprojecten uit in Purmerend. De kennis en ervaring die onder andere daar werd opgedaan is in de loop van de jaren ook in veel andere delen van Nederland toepast. Twee jaar geleden gaven onze bedrijven nog een prachtig visitekaartje af bij de aanleg van een warmtenet tussen Diemen en Almere. Daarbij voerden vooral A.Hak Leidingbouw en A.Hak Drillcon een huzarenstukje uit met de aanleg van een warmtetransportleiding over de bodem van het IJmeer. Voor de Gelderse opdrachtgevers was dit een belangrijk referentie om ook voor de omvangrijke en technisch gecompliceerde projecten rond Nijmegen en Arnhem voor de A.Hak-bedrijven te kiezen.
Nijmegen-Lent
De aanleg van het warmtenet Nijmegen-Lent is een initiatief van veel partijen, waaronder de gemeente Nijmegen, Alliander, ARN en Nuon. LIandon en Indigo zijn de partijen die hier de directie voerden. In de voorfase werd met diverse partijen een bouwteam gevormd. Engineering en werkvoorbereiding deden een tracéstudie om het gunstigste tracé te kiezen. Keuzes werden gemaakt op basis van een kosten-batenanalyse en technische haalbaarheid.
‘De samenwerking van verschillende partijen in een bouwteam kent vele voordelen’, vertelt projectmanager Kees Hoogstraten van A.Hak Leidingbouw. ‘In de ontwerpfase kom je tot een doordacht plan door veel met elkaar te sparren. Theoretische kennis van ontwerp en engineering wordt gekoppeld aan praktische kennis en ervaring. Zo kun je ervoor zorgen dat de risico’s en faalkosten tijdens de uitvoeringsfase tot een minimum beperkt blijven.’
Stedelijk gebied
In november 2013 gingen de werkzaamheden van start bij ARN, de afvalenergiecentrale in Beuningen. Na de werkzaamheden op de centrale werden de eerste landleidingen gelegd en aangesloten. De aanleg van de leidingen in nattere gebieden werd bewust op een later tijdstip ingepland, omdat de grondwaterstand in de zomer lager is en er dan minder water onttrokken hoeft te worden.
De aanleg in het stedelijk gebied ging dwars door een industriepark. Goede communicatie met waterschappen, overheidsdiensten, andere vergunningverleners en de bedrijven die daar zijn gevestigd is daarbij van groot belang gebleken. ‘Dat kost natuurlijk veel tijd’, zegt Hoogstraten, ‘maar dat betaalt zich later weer terug. Als je tegenwerking ondervindt van bedrijven die niet goed zijn geïnformeerd, loop je veel meer vertraging op. Nu is dat niet gebeurd. Natuurlijk is er wel eens iets, maar door zoveel mogelijk rekening te houden met wensen vanuit de omgeving en goed te anticiperen op het eigen werk en de nodige transportbewegingen konden we veel problemen voorkomen. Terugkijkend op dit proces kunnen we tevreden zijn.’
Kunstwerken
In Nijmegen zijn verschillende HDD-boringen uitgevoerd. De eerste was de kruising van het Maas-Waalkanaal. Kees Hoogstraten: ‘Heel bijzonder was dat het intredepunt tussen een tankenpark en een kantoor lag. Daardoor hadden we zeer weinig ruimte tot onze beschikking en moesten we heel voorzichtig manoeuvreren. Elke 24 uur werd er een uitdraai gemaakt van alle vaste punten om zo te monitoren of er geen verzakkingen optraden. Gelukkig liep dit prima.’
‘We hebben met een 45-tons boorrig twee parallelle boringen gemaakt’, licht assistent-projectleider Roel Quinten van A.Hak Drillcon toe. ‘Beide boringen waren 250 meter lang. In de ontwerpfase van het project kwamen al de nodige uitdagingen naar voren. Daarbij ging het vooral om de beschikbare ruimte in combinatie met de vergunningseisen. Uiteindelijk werd het ontwerp goedgekeurd, kregen we de vereiste vergunning en konden we de boringen binnen twee weken uitvoeren.’
Waalboring
De belangrijkste boring, met meer dan 1.000 meter tevens de langste van het project, was de Waalboring. Quinten: ‘Voorafgaand aan het ontwerp hadden we de bodemlagen in kaart gebracht met verschillende proefboringen. De resultaten hiervan zijn uiteraard verwerkt in het ontwerp, maar uiteindelijk is het toch altijd weer afwachten wat je onderweg tegenkomt. Toen de boorkop werd gelanceerd vanaf de 500 tons-boorrig, de sterkste van Europa, was dat dan ook een spannend moment Tijdens het boren, op een diepte van zo’n 25 tot 28 meter, kwamen wij het nodige grind tegen, maar omdat we daar bij de samenstelling van de boorvloeistof al rekening mee hadden gehouden heeft dat niet voor problemen gezorgd. Door de boorvloeistof dunner en dikker te maken, afhankelijk van de ondergrondse lagen, is de boring zonder problemen en binnen de gestelde termijn uitgevoerd. Met een recyclinginstallatie hebben wij zoveel mogelijk boorvloeistof hergebruikt, waardoor geen vrachtwagens nodig waren om de vloeistof te transporteren. Dat scheelt uiteraard ook weer in de uitstoot van kooldioxide.’
Duiven-Arnhem
Nadat eind juni ook de Oosterhoutsedijk met twee parallelle boringen was gekruist, kon A.Hak Drillcon haar zware materieel weer afvoeren om elders met de volgende opdracht aan de slag te gaan. A.Hak Leidingbouw verzorgde het doorverbinden van de boringen en A.Hak Pipeline Services nam het testen en vullen van de leidingen voor haar rekening.
Voor de warmtevoorziening in de regio Arnhem worden de warmtenetten van Duiven, Westervoort en Arnhem aan elkaar gekoppeld met twee koppelleidingen over een lente van 5,2 km van afvalvalverbrander AVR naar de Kleefse Waard in Arnhem. Om de wegen N328 en N325 te kruisen zijn een schilboring en een HDD-boring ingezet. De kruising van de IJssel is gerealiseerd door de leidingen aan de onderkant van de brug in de A12 te bevestigen.
Niet gesprongen explosieven
Voor het werk in deze regio van start kon gaan, moest eerst een NGE-onderzoek plaatsvinden. NGE staat voor ‘niet gesprongen explosieven’. Dit gebied is namelijk in de Tweede Wereldoorlog zwaar gebombardeerd en de bodem bevat op verschillende plaatsen nog bommen die niet zijn ontploft. Na dit onderzoek kon het werk beginnen op het AVR-terrein. Her tracé liep naar de Rivierenweg waar de gesloten frontboring werd uitgevoerd. De beide kuipen werden voorzien van onderwaterbeton. Het aansluitende deel liep via een lastig stukje talud naar de brug in de A12.
Brugleiding
De aanleg van de brugleiding was een gecompliceerd stukje werk. Met warm weer en beperkte bewegingsvrijheid was het zweten voor de mannen die onder het brugdek aan hert werk waren. Om er te komen, bouwde de ploeg steigers. Via de steigers hesen ze kortere buizen in de leidingbrug die op rollen werden geplaatst. Het lassen, testen en isoleren gebeurde ter plekke, waarna een lier de leiding over de rollen trok.
A.Hak Drillcon kwam nog eens in actie voor de kruising van een dijk en de provinciale weg N325, waarvoor speciale vergunningen van het waterschap en Rijkswaterstaat nodig waren. Hierna werd het gedeelte van het tracé tussen de N325 en de energiecentrale van Nuon aangelegd. Daarbij werd rekening gehouden met het fietspad en een tankstation langs de weg.