Een werk van uitersten
Elk project levert zo zijn eigen hoofdbrekens op, maar de aanleg van de nieuwe gastransportleiding tussen Beverwijk en Wijngaarden is een project dat vrijwel elke uitdaging bevat die je als Nederlandse leidingbouwer kunt tegenkomen.
Het tracé loopt door een gebied van uitersten: van dichtbevolkte streken tot polders en veengronden waar vrijwel geen vrachtwagen kan komen. Ook de obstakels die de ploeg onderweg tegenkomt, zijn zeer divers. Van spoor- en snelwegen tot ontelbare sloten, zeevaartverbindingen en de nationale luchthaven.
Flora en fauna
Ruim 400 mensen van A.Hak Leidingbouw, A.Hak Drillcon en verschillende onderaannemers werken aan een gastransportleiding van Beverwijk naar Wijngaarden. opdrachtgever Gasunie laat de leiding aanleggen om de transportcapaciteit in het westen van Nederland uit te breiden. A.Hak leidingbouw is als hoofdaannemer verantwoordelijk voor circa tweederde van het totale tracé.
‘De eerste buizen liggen inmiddels onder de grond’, vertelt projectleider Jan Verhoeven van A.Hak Leidingbouw, ‘maar we zijn vorig jaar september al gestart met de voorbereidingen. In februari van dit jaar zijn wij vervolgens begonnen maatregelen te nemen om flora en fauna te ontzien. Zo hebben we onder meer vogelverschrikkers geplaatst en bomen gekapt om te voorkomen dat er vogels op het tracé gaan broeden. Ook hebben we in bepaalde gebieden vissen weggevangen. Verder heeft een ecoloog het tracé onderzocht op de aanwezigheid van de rugstreeppad. Deze beschermde diersoort is echter maar sporadisch aangetroffen.’
Logistieke uitdagingen
Dat waren uitgebreide voorbereidingen, maar in principe niets nieuws voor A.Hak. De logistiek op het tracé zorgt voor een veel grotere uitdaging. In een groot deel van het gebied is maar zeer beperkte infrastructuur aanwezig om de zware buizen op de plaats van bestemming te krijgen. Ook de ondergrond is verre van ideaal.
‘Op sommige delen heeft de veengrond zo weinig draagkracht dat je hier op verschillende manieren rekening mee moet houden’, legt Verhoeven uit. ‘Bijvoorbeeld door de aanleg van dubbele rijbanen met houtachtig materiaal in plaats van zand. Hout is immers veel lichter en vergemakkelijkt zo onze transportbewegingen, zoals het uitrijden van de buizen. Verder hebben we ook moeten letten op de bestaande ondergrondse infrastructuur. De grond is op sommige plaatsen zo zacht dat de kans op verzakkingen bestaat als je nieuwe bui- zen op de aanwezige leidingen gaat leggen.
Waterhuishouding
Een ander punt dat erg veel aandacht vergt, is de waterhuishouding. Er wordt daarom zeer intensief overlegd met onder meer de waterschappen. ‘Het is van het grootste belang dat de waterhuishouding blijft zoals hij is’, licht Verhoeven toe. ‘Onder andere voor de vele tuinders in het gebied die enorme economische belangen hebben. Niet alleen bij het grondwaterpeil, maar ook bij de kwaliteit en samenstelling van het grond- en oppervlaktewater. Het water dat we oppompen bij het bemalen kunnen we dan ook niet zo maar overal kwijt. Soms zit er veel zout of ijzer waardoor vergunningverleners strenge lozingseisen stellen. In de planning moet je daar rekening mee houden. Bijvoorbeeld door het water terug in de bodem te injecteren, zout water op het Noordzeekanaal te lozen of ontijzeringsinstallaties te plaatsen. Het houdt vaak in dat het water over grote afstanden verplaatst moet worden.’
Detailengineering
Ook de ligging ver onder NAP vereist specifieke maatregelen en de inzet van verschillende bemalingstechnieken. ‘Door de opwaartse druk van het water, kan de grond bijvoorbeeld openbarsten als je gaat graven’, zegt Verhoeven. ‘Alle vooronderzoeken ten spijt kom je er vaak pas ter plaatse achter hoe de situatie echt in elkaar zit. Door middel van proefboringen en -bemalingen en door veel interactie met de waterschappen. Hierdoor moet veel van de detailengineering op het werk worden gedaan om nauwkeurig aan de eisen en wensen van de waterschappen te kunnen vol- doen. De voortgang is dan ook sterk afhankelijk van de bemaling. Wij willen vaak wel sneller, maar dan kunnen we het water niet kwijt.’
Unieke boringen
Beverwijk-Wijngaarden is een project van grote contrasten. Een ander gedeelte van het tracé loopt namelijk door dichtbevolkte gebieden met spoor- en snelwegen, zeevaartverbindingen en de luchthaven Schiphol. ‘Daarom passen we verschillende boortechnieken toe, van HDD-boringen en schildboringen tot de direct pipe-methode. Inmiddels hebben we het Noordzeekanaal al gekruist met een HDD-boring van 1.250 meter en later in het jaar komt er nog een zeer bijzondere klus. Dan kruisen we de Polderbaan van Schiphol’, aldus Verhoeven. ‘Een unieke boring waarvoor eerst aanvullend explosievenonderzoek moet plaatsvinden, omdat de luchthaven in de Tweede Wereldoorlog twee keer is gebombardeerd. In 1940 door het Duitse leger en in 1943 door de geallieerden.’
Eerste deel afgerond
Voor Schiphol aan de beurt is, wordt het eerste deel van het project afgerond. De afgelopen maanden is bijna de helft van het tracé ingericht. Verhoeven: ‘De eerste buizen liggen inmiddels onder de grond. We plaatsen de vruchtbare teelaarde terug, zaaien gras in of brengen de beplanting terug. De bovengrond is daarmee in veel gevallen in de oorspronkelijke staat herstelt, zodat de agrariërs in het gebied verder kunnen gaan met hun werkzaamheden.’
Wat bouwen wij?
Verschillende A.Hak-bedrijven werken momenteel onder leiding van A.Hak Leidingbouw aan de aanleg van een gastransportleiding van Beverwijk in Noord-Holland naar Wijngaarden in Zuid-Holland. De leiding is zo’n 90 kilometer lang en meet 1,22 meter (48”) in doorsnede en vormt de laatste ontbrekende schakel in de gasrotonde. A.Hak Leidingbouw is verantwoordelijk voor het grootste deel van het werk (60km) op het noordelijke deel van het tracé. Momenteel zijn er inclusief onderaannemers ruim 400 mensen aan de slag.